ma 25 jun, 2018 9:30
De reportages van Nic de Boer van Autoweek zijn meestal tenenkrommend. Het komt eigenlijk altijd op hetzelfde neer: elke auto wordt afgezet tegen de 'benchmark', een polo, golf of passat. Of iets anders van de VAG-groep, liefst Audi. De uitkomst is altijd hetzelfde: een VAG-ger is 'strak en zakelijk vormgegeven' een Japanse of Koreaanse auto is 'saai en slaapverwekkend' en 'niet-consistent' in de modellenlijn, een Franse auto is week geveerd, terwijl je de vele technische storingen voor lief moet nemen, want dat is 'charmant'. En een Italiaanse auto roest. Altijd. Over vooroordelen gesproken. Om de technische superioriteit van de Japanners en Koreanen af te zwakken worden kleine issues enorm opgeblazen (zoals de besmettelijke lichte bekleding, de blijkbaar onzinnige ergonomie, de 'weke' vering, etc), terwijl tegelijkertijd de enorme technische onvolkomenheden (koppeling en vliegwielen schijnen bij VAG een slijtdeel te zijn, net als remblokken en banden. Verder: DSG, TSI, kettingproblemen, en vroeger de schandalige 2.0 TDI, waarvan de oliepomp en balansasmodule met een soort dopsleutel werd aangedreven. Na verloop van tijd was de zeskant rond geworden en had de oliepomp aandrijving meer, dus geen smering en dus de totale motor aan stront gedraaid, helaas geen coulance meneer, nét uit de garantie) én het ontbreken van coulance bij Pon worden afgezwakt met 'je kunt altijd een keer pech hebben', of 'tsja, na 150.000 km is altijd wel een flinke reparatie nodig'. Verder valt me op dat het taalgebruik ook van Jip en Janneke-niveau is, wanneer het om niet-VAG-auto's gaat.
Ik vergroot Nic de Boer nu uit, maar bij een heleboel van de heren journalisten is dit het geval. Reden dat ik hen niet meer serieus kan nemen.